‘Tabakspaleis’ in Amsterdam

artikel1_2artikel1_2
Eugène Goulmy is succesvol. De zolderkamer wordt te klein en in 1889 verhuist Goulmy naar een plek op ‘zichtlocatie’ aan de Oude Zijds Voorburgwal. Op 1 juli 1890 gaat hij een samenwerkingsverband aan met de uit het Duitse Stadthagen afkomstige ondernemer Rudolph Baar (1864-1929). Ze richten de NV Nederlandse Sigarenfabriek Goulmy & Baar op. De samenwerking verloopt succesvol en in de herfst van 1894 openen beide ondernemers op het Rokin 31 een ‘waarlijk tabakspaleis’.

Het majestueuze gebouw is ontworpen door de befaamde architect Abraham Salm (1857-1915), ontwerper van onder meer villa’s en markante industrie- en utiliteitsgebouwen voor Amstel, Artis en de Nederlandse Bank. Zijn specialisme wordt de sigarenfabriek. In 1892 ontwerpt hij voor de Gebroeders Jacobson aan de Oudezijds Achterburgwal een opvallend gebouw. Eugène Goulmy ziet er een voorbeeld voor zichzelf en zijn ambities in.
Zijn eigen ‘tabakspaleis’ aan het Rokin wordt nog mooier en spraakmakender. Het gebouw etaleert zijn droom: een toonaangevend, internationaal werkend ondernemer zijn, dé sigarenfabrikant van Nederland.

Al snel werken er meer dan 120 sigarenmakers in het gebouw. Maar zeker bij Eugéne Goulmy, zelf geboren Bosschenaar, lonkt het zuiden, in het bijzonder ’s-Hertogenbosch. Veel collega-fabrikanten trekken van west en noord naar het zuiden van het land. Het is er rustig, de loonkosten zijn lager dan in Amsterdam en de arbeider kent nog zijn plaats en ziet nog op tegen ‘den patroon’. Het Bossche stadsbestuur ziet de geboren Bosschenaar graag terugkomen.

artikel3_5